Vier jaar en een kleine maand. Zo lang hebben we elkaar niet gezien. Als vriendinnen dan. Een keer nog, op een reünie. Met nog vijfentwintig andere mensen, dus echt zien doe je elkaar dan niet. Vier jaar geleden ben ik mijn aller- allerbeste vriendinnetje uit het oog verloren.
We zijn gekoppeld door haar zusje. Ze zag mij een paar weken geleden en vond het be-la-che-lijk dat we elkaar niet meer zagen. ‘Jullie vinden elkaar veel te leuk, het is toch dom?’ Ja, dat was het. Dom. Maar wanneer verbreek je de stilte, wanneer zet je die trots opzij als de ander dat niet doet?
Stilzwijgend werd er besloten dat niet te doen. Ontlading was er toen zij besloot naar haar zusje te luisteren. ‘Zullen we elkaar binnenkort weer zien, in Utrecht?’ Tranen brandden direct achter mijn ogen. Natuurlijk gaan we elkaar binnenkort weer zien. Of ik tijd had. Dat maak ik dus. Die tijd die ik afgelopen vier jaar niet gemaakt heb, die heb ik netjes opgespaard om het nu in te kunnen halen.
Een bonkend hart, als bij een first date. Een bonkend hart voor het meisje waarmee ik ooit scheten liet onder dezelfde dekens. Het meisje wat met mijn ouders en mij meeging naar Castricum, Terschelling en New York. En ik met haar vader mee naar Sardinië. Het meisje wat ooit zei: ‘jij hebt thuis het gezin zoals ik het nooit gehad heb.’ Het meisje waarmee ik dagenlang in duinpalmen lag. Het meisje waarmee ik naakt de zee inrende. Het meisje wat nu vrouw geworden moet zijn. Hopelijk niet te veel veranderd.
Dat meisje liet, godzijdank op exact hetzelfde moment als ik, de tranen over haar wangen rollen. ‘Godver, dit is echt debiel.’ ‘Ik heb je gemist, gek.’ ‘Ik jou ook.’ ‘Bier?’ ‘Ja.’
En toen, voelde ik van alles tegelijk. Ontlading, opluchting, verdriet, gemis, geluk, liefde en rijkdom. Die vier jaar die wij gemist hebben moeten ingehaald worden. Met heel veel avonden, bier, wijn en nieuwe momenten samen. Zodat we ooit weer samen in het vliegtuig naar New York stappen. Zodat we ooit weer een tent opzetten op Terschelling. En dat ze ooit weer zegt hoe fijn ze het vindt om bij mij te mogen zijn.